Actueel 24 januari 2023

Hoe steeg ons “Income” in 2022?

Voor de meesten van ons was 2022 een teleurstellend jaar v.w.b. de koersontwikkeling van hun portefeuilles. We hebben het dan over “verlies op papier”, maar toch. Daar staat tegenover dat veel van onze relaties het inkomen uit hun portefeuille hebben zien stijgen, soms zelfs heel fors. We kunnen dat natuurlijk niet kwantificeren, maar mede op basis van eigen ervaring lijkt dit een algemeen beeld. Maar ook de inkomsten in 2023 zullen voor veel dividendbeleggers weer hoger uit vallen dan in 2022; een bearmarkt biedt nu eenmaal “mooie koop-mogelijkheden” voor de langere termijn met blijvend hoge dividendenop je investering en een hoger effect van herbeleggen.
En, wat we ook hebben ervaren is dat dividendbetalingen in moeilijke tijden minder volatiel zijn dan beurskoersen; zelfs veel minder dan je misschien zou verwachten. We schreven hier uitgebreid over in de december-Actueel.
Ook in 2023 zul je dus verder kunnen profiteren van continu stabiel dividend en je inkomen laten groeien. Daarvoor hoef je niet te wachten op het nieuwe pensioenstelsel.

Hoe kunnen we ons inkomen verder laten groeien, dit jaar?

Zoals we weten beleefden de Amerikaanse beurzen (S&P-500 & Nasdaq)in 2022 de grootse daling (binnen éénjaar) sinds de Financiële Crisis in 2008. Maar de meeste beleggers realiseren zich niet dat de 500 grootste Amerikaanse bedrijven (de S&P index), gezamenlijk in 2022 een recordbedrag aan dividenden hebben betaald. Het gaat om ruim 560 miljard dollar, een stijging van 10% t.o.v.2021. Deze trend zal zich naar verwachting voortzetten in 2023, ondanks een waarschijnlijk afzwakkende economie.
De Amerikaanse financiële instelling Janus Henderson publiceert al jaren onderzoek op dit gebied. Een citaat m.b.t het derde kwartaal van 2022:

Amerikaans dividend steeg met 6,7% tot een nieuw record van $146,2 miljard in het derde kwartaal van 2022. Wereldwijd verhoogde 90% van de bedrijven het dividend of hielden het stabiel.

We blijven dus ook in 2023 gericht op verhogen van inkomsten via dividend. Daarvoor kijken we nog eens naar een aantal fundamentele zaken waar je rekening mee kunt/moet houden bij “income beleggen”. Ook de verwachte marktomstandigheden zoals inflatie, rente, recessie, ect. kunnen een rol spelen bij verdere uitbreiding van je portefeuile v.w.b. de fondskeuze. Maar dat blijft natuurlijk wel deels gissen.

Spreiding blijft de basis

Bij Beter beleggen dan bank onderhouden we een Voorbeeldportefeuille met ca. 50 fondsen verdeeld of vijf fondstypen. In elke marktsituatie heb je goed en minder presterende fondsen. Dat gold ook in de forse bearmarkt van 2022. Vandaar dat we altijd adviseren om toe te werken naar veel fondsen, gespreid over alle fondstypen. Vanzelfsprekend ligt het voor de hand om wat meer te investeren in Conservative-fondsen t.o.v. fondsen in de Advanced portefeuille, wanneer je op leeftijd bent/komt; andersom ook natuurlijk.

Hoogste dividendrendement is niet het belangrijkst

Het is heel eenvoudig om hoogdividend-fondsen te vinden; we zien dat sommigen dat ook zelf doen. Ook zien we bij dividendgroepen op internet dat men dan veelal kiest voor fondsen met het hoogste dividendrendement en elkaar daarover informeert. Men kijkt vervolgens niet verder naar andere belangrijke selectiecriteria van een fonds/bedrijf en dat zou wel moeten als “income-belegger”. Essentieel is namelijk dat een bedrijf financieel gezond is en blijft, daarmee het dividend betaalbaar houdt en liefst ook nog periodiek laat groeien. De bron van het dividend dus moet bekend en betrouwbaar zijn. Een (te) hoog dividendrendement op zichzelf zegt weinig en kan zelfs (heel) gevaarlijk zijn. Daarnaast zijn er vele ander selectiecriteria om een robuuste portefeuille op te bouwen. Uitgangspunt bij de selectie van fondsen voor de Voorbeeldportefeuille is daarom dat het dividend stabiel en betaalbaar moet zijn en blijven.

Wat hebben we zoal (bij)gekocht in 2022?

Dat ligt natuurlijk voor iedereen anders maar we kunnen wel een aantal suggesties doen van fonds-aankopen, die ook in 2023 kansrijk blijven, minder gevoelig zijn voor beursentiment of zelfs profiteren van stijgende rentes (hoewel er signalen zijn dat de rentestijging afvlakt).

Closed end Funds
Er zijn CEF’s, die gezien de aard van hun beleggingen, ook in een bearmarkt redelijk stabiel blijven liggen v.w.b. de koers; dat zijn bijvoorbeeld CEF’s die beleggen in nutsbedrijven zoals bijvoorbeeld Reaves Utility Income Fund (UTG) en CEF’s die (deels) in preferente aandelen beleggen zoals de Cohen & Steers fondsen (RQI en RNP) en John Hancock Dividend Income Fund (HTD).
Voor aandelen-, en VRW-CEF’s biedt de koersdaling van 2022 een goede kans op herstel, met intussen hoog dividend.
(Hierna: waar halen CEF’s hun inkomsten vandaan?)

Goed presterende BDC’s

Business Development Corporation (BDC’s) gedijen meestal goed in een omgeving met stijgende rentetarieven. Ze bieden noodzakelijk financiering aan kleinere bedrijven, veelal op basis van “floating rentes”. In Amerika zijn BDC’s verplicht om 90% van hun netto-inkomsten te betalen aan de aandeelhouders. We hebben prima voorbeelden gezien in 2022 inclusief dividendstijgingen van talloze top-BDC’s zoals Ares Capital (ARCC), Triple Point Venture Growth (TPVG), Capital Southwest Corp. (CSWC) en Saratoga (SAR).

Goed presterende REIT’s
Hier zien we dat met name de meeste dividendgroei-REIT’s op peil zijn gebleven (zie verder bij dividendgroei-fondsen).

Prefs en Babybonds
Ook veel prefs zijn goed blijven liggen in 2022. Prefs van mortgage-REIT’s zijn wel aanzienlijk gedaald maar blijven een hoge mate van zekerheid bieden, omdat de dividendbetalingen op prefs voorgaan op dividendbetalingen bij gewone aandelen. Bijkopen van prefs die noteren rond de 20$ lijkt aantrekkelijk. Dat geldt ook voor Babybonds die nauwelijks bewogen.

Probeer niet om de markt te timen

In een bearmarkt worden beleggers vaak angstig; wel te begrijpen, maar niet verstandig. Ze maken vaak de fout om aankopen/investeringen uit te stellen, of erger nog, hun fondsen te verkopen op een (te) lage koers. Men denkt te kunnen wachten tot aandelenkoersen de bodem hebben bereikt, voordat men weer gaat kopen.
Dat heet markttiming en is altijd een klassieke fout gebleken van minder ervaren (dividend) beleggers.
Vroeg of laat komt aan elke daling een eind; intussen is geduld een schone zaak. Geïnvesteerd blijven is op de lange termijn altijd de moeite waard gebleken en dat geldt extra voor dividendbeleggers; dividenden lopen immers gewoon door. Dus ook in mindere tijden gespreid blijven investeren; dat is wat je zou moeten overwegen.Werk daarbij volgens het DCA -principe (zie Actueel februari 2022, Wat is Dollar-Cost Averaging?); dat geeft rust.

Het gaat om diversificatie. In plaats van kiezen voor een klein aantal bedrijven, kun je beter toewerken naar 30-50 fondsen in diverse sectoren en via verschillende fondstypen. Er kan immers altijd een fonds onderuitgaan v.w.b. het dividend en/of de koers. En dat gebeurt soms ook onverwachts, zelfs bij bedrijven die het tijdens de bullmarkt in 2021 goed deden.
Door gespreid aan te kopen in de tijd middelen ook veel zaken op termijn uit zoals koers-, en dividendstijging/dalingen, euro/dollar ect. Dat maakt je behoorlijk onafhankelijk van economische malaise.

Believe in America

Wanneer je de VS bezoekt krijg je er ongetwijfeld iets van mee, “Believe in America”. Je ervaart snel de dynamiek van de samenleving, de economische/ innovatie kracht en power op het wereldtoneel. Is alles dan goed in de VS? Zeker niet. Maar ondanks dat hebben we te maken met de grootste en meest krachtige economie ter wereld. Voor ons betekent dat beleggen in een andere wereld dan de Nederlandse of Europese. De American Dream, het idee dat iedereen succesvol kan zijn/worden merk je overal in de samenleving. Meester belegger Warren Buffet verwoordt dat als volgt (niet zonder enig chauvinisme):


Conclusie

Income-beleggen betekent het met grote regelmaat verkrijgen van inkomsten uit jouw geïnvesteerde kapitaal; liefst onmiddellijk in de vorm van dividend. Dividend wordt meestal betaald door duurzame winstgevende bedrijven, die hun winsten kunnen/willen delen met de aandeelhouders. Zo’n bedrijf moet financieel gezond zijn/blijven om dividend te kunnen betalen. En wanneer men ook dividendverhogingen laat zien, liefst ongeacht het marksentiment, dan is dat een extra bonus. (Groei)dividendbedrijven hebben op de langere termijn beter gepresteerd dan bedrijven die geen dividend betalen. Als income-belegger heb je nooit gebrek aan geld om verder te investeren, zeker wanneer je al een redelijke portefeuille hebt opgebouwd; je weet dat er steeds cash- dividend in aantocht is.
Mocht je je dividend gebruiken voor andere dingen, dan blijft het toch verstandig om altijd een deel te blijven herinvesteren voor inflatie-compensatie. We hebben gezien dat in 2022 het herinvesteren van dividend extra lucratief was als gevolg van gedaalde aandelenkoersen. Groeiende inkomsten zijn het gevolg en in 2023 zal dat naar alle waarschijnlijkheid niet anders zijn, want:
Dividenduitkeringen, dividendgroei en herbeleggen zijn de belangrijkste drijvende krachten achter het rendement op aandele
n
En dat onderscheidt “Income-beleggers van “koerswinst-beleggers”.

CEF-dividend, waar komt het vandaan?

Zoals gezegd was 2022 geen best jaar v.w.b. de koersontwikkelingen van de meeste aandelenbeurzen. Ook veel CEF’s ontkwamen er niet aan. Toch zien we dat de continuïteit van dividendbetalingen over het algemeen niet in gevaar lijkt. Sommige CEF-dividenden zijn gedaald maar andere weer gestegen of hebben zelfs extra dividend aangekondigd/betaald. Maar er zijn uitzonderingen waarbij de kans op een dividenddaling aanwezig is als de markt zich niet snel genoeg hersteld.
Toch kun je, bij de huidige marktomstandigheden en verwachtingen, wel rekening houden met de keuze van een CEF.
Allereerst moeten we ons dan de vraag stellen waar CEF-dividend eigenlijk vandaan komt, wanneer je de inkomstenstroom uit je portefeuille wilt maximaliseren. Dividend ontstaat nu eenmaal niet zo maar.


Waar komen CEF-inkomsten vandaan?

Een CEF kan op twee manieren geld verdienen om ons te betalen in de vorm van dividend/inkomen. Hoe werkt dat?

1. Een CEF ontvangt voldoende contante/cash-inkomsten
Veel CEF’s ontvangen contante uitkeringen uit hun eigen beleggingen. Wanneer een CEF-aandelen of obligaties bezit, kan men dividend, rente of andere contante/cash inkomsten uit zijn eigen beleggingen innen en deze vervolgens gebruiken om ons, als aandeelhouders, te betalen (na aftrek van kosten zoals beheer).
We noemen dit “netto-beleggingsinkomsten”. Voor sommige CEF’s is het “netto-beleggingsinkomen” voldoende om ons het volledige dividend te betalen. Doorgaans zijn dit CEF’s die leningen, (hoogrentende) obligaties of andere vastrentende effecten aanhouden, waarbij de rentes van 6% tot 10% gangbaar zijn. Men spreekt dan van “vastrentende waarden (VRW) CEF’s”.
De inkomsten van VRW-CEF’s zijn zeer stabiel en veelal voorspelbaar.

2. Een CEF ontvangt onvoldoende contante/cash-inkomsten
Sommige CEF’s innen niet genoeg cash in de vorm van dividend, rente etc. om het volledige dividend te kunnen dekken, dat men moet/wil betalen. Dat zijn meestal CEF’s met hoofdzakelijk aandelen in bezit.
Dat is niet zo vreemd, omdat het gemiddelde “gewone aandeel” slechts 1-3% dividend betaalt. Zelfs hoogrenderende dividendaandelen, zoals die van nutsbedrijven, betalen meestal niet veel meer dividend dan 4 of 5%, evenals veel dividendgroei-fondsen.
Dus aandelen-CEF’s genereren, in tegenstelling tot VRW-CEF’s, onvoldoende contante inkomsten om de (hoge)dividenden te kunnen betalen, die beleggers verwachten. Dus waar halen aandelen-CEF’s het geld vandaan om hun uitkeringen te betalen?
Het voor de hand liggende antwoord is natuurlijk, uit koerswinsten.
In tegenstelling tot VRW-CEF’s met portefeuilles, die cashgeld opleveren via dividenden en rente, hebben aandelen-CEF’s portefeuilles, die het grotendeels moeten hebben van koerswinsten.
Wanneer koerswinsten (tijdelijk) uitblijven kunnen aandelen-CEF’s in de problemen komen. Ze moeten dan hun aandelen deels verkopen om te cashen en daarmee een (gebruikelijk) dividendrendement van 8-10% te realiseren.
Als een aandelen-CEF contante inkomsten genereert van bijvoorbeeld 2 of 3% uit dividenden, dan moet men gemiddeld elk jaar hopen op 6-7% koerswinst om het totale dividendrendement van 8-10% te kunnen betalen.
(Dit staat los van extra mogelijkheden die CEF-managers gebruiken zoals bijvoorbeeld optie-strategieën).
In mindere beurstijden verkoopt een CEF dan een deel van zijn aandelen die men in bezit heeft. Dat heet “Return of Capital (ROC)”.
Dus in tijden van lagere beurskoesen “lijden” aandelen-CEF’s veelal meer dan VRW-CEF’s, die hun inkomsten halen uit de vastrentende waarden zoals obligaties, rente en (pref)dividenden. Ook de goede managers van aandelen-CEF’s, die jarenlang een gemiddeld rendement van 10% of hoger behalen, hebben tussendoor mindere jaren.

Maar CEF-beleggers willen regelmatige, voorspelbare inkomsten. Daarom kiezen de fondsmanagers van aandelen-CEF’s meestal voor een gemiddelde uitkeringen per maand/kwartaal gebaseerd op ervaring.
Soms betaalt men minder dan men daadwerkelijk heeft verdiend, soms meer. In de loop van de tijd tracht men dit allemaal glad te strijken. Soms resulteert dat in een dividendverlaging of verhoging. Ook kiest men vaak voor een extra dividenduitkering aan het einde van het jaar, naast het reguliere dividend.

Conclusie

De bottom-line voor CEF-beleggers is dat er een reëel verschil bestaat tussen dividend dat grotendeels wordt betaald uit contante inkomsten (d.w.z. uit netto-beleggingsinkomsten) t.o.v. dividend dat grotendeels wordt betaald uit koerswinsten. In tijden waarin de koersen vlak zijn of gemiddeld stijgen, kan een ervaren portefeuillebeheerder van een aandelen-CEF voldoende koerswinst behalen. Dan zie je weinig verschil met VRW-CEF’s v.w.b. de continuïteit van het dividend. Maar op dit moment, waarbij de markten zijn gedaald, moeten veel aandelen-CEF’s deels hun toevlucht nemen tot “Return of Capital”.
Moeten we dan allemaal overstappen op VRW-CEF’s in moeilijke beursjaren?
Neen, want volgend jaar kan alles weer anders zijn. Bovendien is, in normale beurstijden, de kans op koersstijging van de aandelen-CEF’s groter dan bij VRW-CEF’s. Bij een VRW-CEF is echter de blijvende betaalbaarheid/continuïteit van het dividend groter. Wij gaan uit van een gespreide mix van zowel VRW als aandelen-CEF’s.

Opmerking
Er is natuurlijk veel meer te zeggen over CEF’s. Welke eigenschappen heeft een CEF nog meer en hoe kunnen we er (extra) voordeel mee behalen?
Intussen hoef je als belegger natuurlijk niet alle ins & outs van CEF’s te weten als je dat niet wilt; je kunt intussen gewoon de Voorbeeldportefeuille volgen. Maar voor hen die er (nog) meer over willen weten komen we erop terug in de Actueel van februari.

‘Permanent inkomen met Amerikaanse hoogdividend-aandelen’ is de titel van het nieuwe boek dat Reith | Hendriks & partners deze zomer heeft uitgebracht. Het is de volledig geactualiseerde opvolger van de eerder uitgebracht bestseller ‘Beter beleggen dan de bank’. De uitvoering is luxer en er zijn enige extra hoofdstukken toegevoegd. Ook doet de nieuwe titel meer recht aan deze beleggings-methodiek. Het boek beschrijft een eenvoudig alternatief voor sparen en beleggen bij je bank en is verkrijgbaar via deze website of via de boekhandel.

Persoonlijk consult

Het aantal persoonlijke consulten neemt gestaag toe en we merken dat het beleggers voor inkomen aanzienlijk sneller helpt met op gang komen. Zo’n consult is digitaal of op jouw locatie. Ook wanneer je een van onze specialisten zou willen uitnodigen voor een groepsbijeenkomst, zoals bijvoorbeeld een beleggingsclub, is dat mogelijk. Wil jij ook zo’n consult, lees er hier meer over.

Vragen van lezers en reacties op forum

Wij ontvangen regelmatig (lezers)vragen onder meer naar aanleiding van Webinars. Ook veel forum-reacties zijn noemenswaardig. Hierbij enige voorbeelden die mogelijk voor eenieder nuttig zijn.

Vraag van Hielke
Ik heb inderdaad de afgelopen tijd mooie dividenden ontvangen, maar waar moet ik dit jaar op letten gezien de te verwachten recessie?

Antwoord
Dit is bijna een onmogelijke vraag om zomaar te beantwoorden; ook wij hebben helaas geen glazen bol. De kunst is om fondsen/bedrijven te selecteren en blijven te volgen, waarbij het dividend betaalbaar blijft vanuit hun inkomsten/cashflow. Los daarvan kun je in mindere tijden ook wel eens een (onverwachte) dividenddaling meemaken; soms omdat het nodig is om een bedrijf financieel gezonder te maken en soms uit voorzorg.
Dividenddalingen komen overigens veel minder vaak voor dan dividendstijgingen. Bij prefs en babybonds kan het zelfs helemaal niet, omdat hier de dividenden “vast” zijn (in geld).
Bij groeidividend-fondsen en VRW-CEF’s is de kans ook kleiner.
Dit alles staat meestal los van de koersontwikkeling van de betreffende bedrijven/fondsen, maar niet altijd. Juist de laatste tijd hebben we veel dividendstijgingen en extra-dividenden gezien, maar ook al enige dalingen. Heb je veel fondsen, dan zit je gemiddeld wel goed.

Video’s


Voor veel van onze abonnees zal het inmiddels bekende kost zijn. Maar voor nieuwkomers, en als je aan een relatie wil uitleggen hoe jij belegt, zijn er video’s beschikbaar.
Onlangs heeft Fred Hendriks opnieuw een Masterclass bij broker Lynx gegeven over alle ins- en outs van hoogdividend-beleggen in de VS, met het accent op twee solide fondstypen.
De video’s zijn hier te bekijken

De Voorbeeldportefeuille

We gaan de Voorbeeldportefeuille licht aanpassen aan de te verwachten omstandigheden van 2023. Daarbij kiezen we voor een nieuwe CEF en een nieuwe REIT. Van één CEF nemen we afscheid. Zoals je weet kun je via CEF’s breed-gespreid beleggen in de verschillende markten. Dat doen we al, maar we proberen toch om enigszins te anticiperen op 2023. Gaat de rente verder omhoog, komt er een recessie?
Of is het einde van alle turbulentie in zicht en kunnen we gaan profiteren van nieuwe kansen? Zoals hiervoor beschreven weten we dat CEF’s altijd inkomen moeten generen om dividend/income te kunnen betalen, dat is hun “taak”.
In het licht van voorgaande kiezen we daarom voor een (extra) VRW-CEF, die sowieso vast inkomen ontvangt vanuit “zekere” opbrengsten van leningen/schulden; met name uit leningen die meegaan met de renteontwikkelingen van de FED. We doen dit ten koste van een onroerend-goed CEF. Daarnaast voegen we een groeidividend-REIT toe.

Toegevoegd bij Conservative:
Invesco Senior Income Trust (VVR)
VVR is een Closed-end Fund gericht op senior-bedrijfsleningen. Deze senior-leningen hebben overwegend zwevende rentes gebaseerd op de actuele marktrente. Dat betekent dat met de hoge rente van nu, het fonds hogere inkomsten genereert uit haar onderliggende portefeuille. Dat is ook de reden van de recente verhoging van het VVR-dividend.
Zoals gezegd gebruiken CEF’s soms Return of Capital (ROC) om hun dividend te kunnen betalen, al of niet tijdelijk. Niet bij VVR. De inkomsten van VVR (rente uit leningen met variabele rente) worden rechtstreeks in de vorm van dividend betaald.

Invesco Senior Income Trust werd opgericht in 1998, opereert wereldwijd, maar is gevestigd in de Verenigde Staten. De beleggingsdoelstelling is het bieden van “hoge” inkomsten, met het behoud van (start)kapitaal. Investeren voor inkomen dus, zonder in te teren op termijn.

VVR is een zeer betrouwbare dividend betaler met momenteel bijna 10% dividendrendement t.g.v. de gedaalde koers. Het dividend is geheel gedekt door zekere inkomsten.
CEF’s zijn niet bedoeld voor koerswinsten maar in dit geval zit er nog wel koerswinst in wanneer beurzen zich herstellen. Het reguliere dividend wordt maandelijks betaald à 0,032$/aandeel.
Wanneer je 10 jaar geleden (2013) 10K$ zou hebben geïnvesteerd zie je dat:

  • Het aantal aandelen is gegroeid van 1919 naar 4082 stuks (bij herbeleggen)
  • Je, op basis van het huidige jaardividend (0,38$), een inkomen van  
    4082 x 0.38$ = 1.523$ jaar ontvangt.
  • Bij eventuele verkoop van het fonds de opbrengst 16.008$ is.
    (Dit ondanks het koersverlies in deze periode tot op heden)

IGR verwijderd

Met CEF’s beleg je in een bepaalde sector van de markt zoals je weet. Dat is voor beleggers veel eenvoudiger dan zelf allerlei fondsen te selecteren; de managers van een CEF doen het werk, zo ook bij IGR. Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen moeten CEF’s wel inkomsten hebben in de vorm van dividend, rente etc. of in de vorm van koerswinsten op hun beleggingen. En daar zie je juist het mogelijke probleem bij IGR. IGR is een onroerendgoed-fonds; dat is/was op dit moment niet de beste markt vanwege alle rentestijgingen en inflatieangst.
De koers van IGR is daardoor gezakt en het dividendrendement is volgens veel analisten (te) hoog geworden. Daar komt bij dat de top-10 beleggingen van IGR allemaal Tech-REIT’s zijn, die die ook in koers zijn gedaald en bovendien maar beperkt dividend uitkeren aan IGR. Daarnaast werkt IGR ook fors met leverage (geleend geld), hetgeen nu ook nu tegenwerkt. IGR is dan ook sommige bezittingen aan het verkopen om het dividend te kunnen blijven betalen; dat is op termijn geen gezonde situatie. Wanneer IGR nu te koop zou zijn met een hoge discount dan zou dat voor extra veiligheid kunnen zorgen; nu is de discount slechts ca 5%. Een dividendverlaging zou wel eens het resultaat kunnen zijn dit jaar, tenzij de (Tech)REIT-koersen binnenkort weer gaan stijgen.
 
Er is nog een andere reden om afscheid te nemen van dit fonds. We hebben inmiddels twee andere CEF’s in portefeuille, die gemeten over de laatste 5 en 10 jaar, aanzienlijk beter presteren v.w.b. Annual Total Return (gemiddelde jaarlijkse opbrengst). Dat zijn RQI en RNP, fondsen van Cohen en Steers. Deze fondsen beleggen ook in REIT’s maar daarnaast ook voor een groot deel in preferente aandelen, waarmee we ze ook vaste cash-inkomsten generen. Dat doet IGR niet. Al met al verwijderen we IGR uit de voorbeeldportefeuille.

Opmerking
Je hoeft zelf IGR niet onmiddelijk te verwijderen maar op termijn zou ik het wel overwegen.

Nog even over RQI en RNP

Hiervoor spraken we al over deze beide REIT/PREF fondsen van Cohen en Steers en het feit dat we de voorkeur geven aan deze fondsen boven IGR.
Zo hebben RQI en RNP recent speciale dividenden betaald die resp. drie en 7 maal hoger zijn dan het reguliere maand-dividend. Beide fondsen laten een AATR (gemiddeld jaarlijks opbrengst) zien van ruim 10%/jaar; ruim 2 keer zo veel als IGR met 4,42%/jaar.

Dividendgroei-fondsen, de stand van zaken

We hebben in het verleden regelmatig geschreven over dividendgroei-fondsen en die ook geleidelijk opgenomen in de Voorbeeldportefeuille. Je ziet ze staan met een ***). Dividendgroei-fondsen vind je veelal bij REIT’s en BDC’s waarbij het startdividend bij aankoop veelal tussen de 4 en 6% ligt; soms hoger. Ook de zogenaamde Dividend-Aristocrates zijn groeidividend-fondsen. Die selecteren we nooit omdat het startdividend hier gemiddeld echt te laag is met ca 1,5% -2%. Waarom zou je groeidividend-fondsen willen hebben?
Eerst een citaat uit de Actueel van Augusts 2021:

Combineer hoogdividend-fondsen met dividend-groeifondsen.
De Voorbeeldportefeuille bevat
ook groeidividend-fondsen. Dit zijn fondsen waarbij het dividendrendement initieel lager is dan gemiddeld, maar waarbij de kans op (jaarlijks) dividendgroei aanzienlijk is. Dergelijke fondsen vertonen, als gevolg hiervan, meestal ook een geleidelijke koersstijging waarbij het totaalrendementen (dividend + koersstijging) veelal boven de 10% jaar uitkomt (jaarlijkse gemiddelde Total Return), zeker wanneer je het dividend consequent herbelegt.

Juist nu we 2022 als bearmarkt achter de rug hebben en turbulente beursjaren hebben gezien van begin 2020 tot heden, is het nuttig om eens te kijken naar hoe onze dividendgroei-fondsen het hebben gedaan in de afgelopen drie en vijf jaar.
De meeste beleggers voor koerswinst hebben de afgelopen drie jaar minder goed geslapen. Vooral vorig jaar was het kommer en kwel op de beurzen v.w.b. koersen, dat geldt niet voor de dividenden zoals je weet.
Hoe mooi is het wanneer (een deel van) je portefeuille geen/amper een koersdaling zou vertonen in mindere tijden en ondertussen ook het dividend blijft doorlopen. Veel prefs en alle babybonds zijn grotendeels zijn ontkomen aan forse koersdalingen en ook bijna alle groeidividend- REIT’s.

Hoe zit dat?

Groeidividend-fondsen hebben enige grote plussen te weten:

  • Het dividend blijft periodiek stijgen
  • De koers stijgt op termijn mee met het dividend (dividendmagneet)
  • Zo’n bedrijf is meer dan gemiddeld financieel gezond

De Average Annual Total Return (gemiddelde jaarlijks totaal-opbrengst) door (steeds groeiend) dividend + herbeleggen + koerswinst is daardoor veelal ca. 10% /jaar of meer, ongeacht het lagere startdividend bij aankoop.
Veel beleggers beweren daarom dat je groeidividend-fondsen nooit hoeft te verkopen. Dat is natuurlijk niet altijd zo, maar veel van deze fondsen kunnen je wel lang vasthouden zolang het dividend blijft groeien. Bovendien zijn ze daardoor gemiddeld veel minder gevoelig voor barre beurstijden.
We hebben eens op een rij gezet hoe onze (REIT)dividendgroei-fondsen het de afgelopen drie en vijf jaar hebben gedaan v.w.b. de gemiddelde jaarlijkse opbrengst.

FONDS/REITAv. Annual Return jan/20 – jan/23  Av. Annual Return jan/18 – jan/23Marktsegment
Onroerend Goed
Div. rend. (jan/23)
VICI13,2%15%Entertainment4,3%
WPC5%11,2%Divers5,2%
MPW-25%7,4%Hospitaal8,5%
EPRT2%19%Eén huurder OR4,2%
ABR8,3%22%(Luxe) woningen11,3%
STAG7.2%9,8%Industrieel4,2%

We zien dat deze 5 fondsen alsmede het nieuwe fonds (STAG) bijna allemaal in de plus hebben gepresteerd in de afgelopen drie en vijf jaar v.w.b. Annual Return (jaarlijkse opbrengst). En dit ondanks het slechte beursjaar 2022.
De huidige dividendrendementen liggen nu gemiddeld rond de 5-7 %
Bij ABR en MPW zien we aanzienlijk hoger startdividend.

Opmerking:
Door “problemen met één huurder” bij MPW zien we dat het resultaat over afgelopen drie jaar -25% was t.g.v. de scherpe koersdaling, maar toch +7,4%/jaar over de laatste 5 jaar. Volgens de meeste analisten zal het fonds weer in de lift komen in 2023.

Groeidividend-fondsen maken je portefeuille dus robuuster en beter bestand tegen de nukken van de markt. Daarom, en ook met het oog op de onzekere rente/inflatie vooruitzichten, voegen we nog een groeidividend-fonds toe te weten STAG.

Toegevoegd bij Advanced

STAG Industrial (STAG)

Stag Industrial is een REIT met uitsluitend industrieel vastgoed in bezit.
Dat zijn fabrieks-/industriegebouwen, distributiecenters, etc., waarvan men er bijna 600 heeft in de gehele VS. Zo’n REIT hebben we nog niet. STAG is een groeidividend-fonds, hoewel men de dividendgroei in de afgelopen jaren bewust wat heeft afgeremd om de financiële positie te versterken. STAG wordt gezien als recessiebestendig en heeft is de sterke balans, zoals blijkt uit een hoge (BBB) kredietrating. (De kredietwaardigheid die aan een bedrijf wordt gegeven, kan van invloed zijn op zijn vermogen om goedkoper geld te lenen). Daarnaast kan STAG profiteren van de nieuwe IRA (Inflation Reduction Act) wet in de VS (zie Actueel december 2022). Ondanks de turbulentie van de laatste drie jaar is de koers van STAG gestegen en bedraagt de AATR 7,2%/jaar over deze periode; over de laatste 5 jaar is dat bijna 10%/jaar.
Het start dividendrendement is 4,20%; men betaalt maandelijks.

Dividendverlaging Gladstone Commercial (GOOD)

De recente dividendverlaging van GOOD was een complete verrassing voor de markt en ook voor ons, te meer daar het nog nooit eerder is geschied in de historie van deze REIT. Als gevolg hiervan ging de koers eveneens fors omlaag.Op zichzelf hoeft een dividendverlaging niet altijd verkeerd te zijn; het kan ook plaatsvinden uit voorzorg; we zijn er eens in gedoken.
Ofschoon de dividendverlaging onverwacht was, kunnen we inmiddels wel iets zeggen over de achterliggende reden. De portefeuille van GOOD is in transitie. Men wil beleggingen in kantoorpanden geleidelijk vervangen door beleggingen/bezittingen in industrieel vastgoed (à la STAG). Daar verwacht men aantrekkelijker groeivooruitzichten op langere termijn. De dividendverlaging creëert meer financiële ruimte om dit versneld te doen. Ook het verlagen van de schuldpositie speelt een rol en daarmee de gezondheid van balans als geheel. De argumenten zijn dus begrijpelijk; sommige analisten vinden GOOD juist daarom nu extra koopwaardig. Wij houden voorlopige de vinger aan de pols.

Waarschuwing

Brookfield Real Assets Income Fund (RA)
Zoals de naam al zegt beweegt RA zich in de markt van “echte assets”. Dat is onroerend goed, infrastructuur, natuurlijke hulpbronnen etc. Op dit moment belegt men hoofdzakelijk in prefs en leningen van dergelijke bedrijven, die goed bestand zouden moeten zijn tegen inflatie.
Dat geeft RA deels vaste inkomsten. Maar men gebuikt ook een deel van waarde van de bezittingen, om het dividend op peil te houden. We hebben RA een jaar geleden op hoog risico gezet vanwege de forse premie die toen werd betaald voor het zeer populaire fonds. (Beleggers betalen dan meer per aandeel, dan de beurswaarde van bezittingen). Ook nu betaal je een hoge premie (ca 8%); dat betekent dat er geen veiligheidsbuffer is zoals dat het geval is bij fondsen die handelen met een discount. Intussen is de koers aanzienlijk gedaald waardoor het dividendrendement op ca. 14% is gekomen.
Dat lijkt mooi maar lijkt op langere termijn onhoudbaar wanneer de markt niet verbeterd. Daarom is er kans op een dividendverlaging en daarmee verdere koersdaling. Dat heeft RA ook nog nooit gedaan maar toch.
We geven je in overweging om RA op dit moment niet bij te kopen (hold) en te wachten op een meer stabiele situatie.

Academy

Wil je je kennis over hoogdividend-beleggen verder vergroten, dan kun je weer deelnemen aan klassikale workshops in Woerden.

Hoogdividendbeleggen voor gevorderden | 11 februari 2023 (volgeboekt)
Deze workshops is bedoeld voor beleggers die al enige ervaring hebben met hoog dividend beleggen. Medewerking wordt ook verleend door DiviDragon m.b.t. het beheer van een dividendportefeuille.

Hoogdividendbeleggen voor starters | 15 april 2023
Deze workshop is bedoeld voor starters of voor hen die overwegen te beginnen met hoogdividendbeleggen.
In de Academy vind je alle workshops, trainingen, webinars, consult-mogelijkheden etc. en andere events op een rij.