Als Income-Belegger kun je in feite twee doelen hebben namelijk:
- Op dit moment trachten om een zo hoog mogelijk rendement uit je beleggingen te halen, of
- Juist focussen op de groei van je inkomen in de toekomst
Het verschil tussen deze beide doelen is vaak afhankelijk van de tijdshorizon van de belegger. Degenen met een kortere tijdshorizon zullen de nadruk leggen op het creëren van (meer) inkomen op de korte termijn. Dan ga je voor het hoogste dividendrendement, misschien zelfs zonder (deels) herbeleggen van dividend als je het inkomen nu nodig hebt.
Beleggers die een en ander over een langere periode bekijken, zullen er vaak naar streven om hun toekomstige winst/inkomen te maximaliseren. Ze herbeleggen al hun dividend, maar kiezen er daarnaast (ook) voor om te investeren in fondsen met een lager dividendrendement, mits het betreffende fonds het dividend, maar regelmatig laat groeien.
Dan hebben we het over de dividendgroeifondsen (DGF). Bewezen is dat het rendement van dividendgroeifondsen op langere termijn vaak aanzienlijk hoger kan zijn.
Over het algemeen biedt beleggen in DGF-fondsen een betere kans om in de toekomst hogere inkomsten te creëren, dan beleggen in fondsen met het hoogste dividendrendement nu. Echter, de aantrekkelijkheid van een “hoog dividendrendement nu” wint het bij dividendbeleggers vaak van investeren op de langere termijn o.a. via DGF-fondsen. Op zichzelf begrijpelijk, maar niet altijd verstandig, zeker als je de tijd hebt.
In de praktijk zullen de meeste beleggers een tussenweg kiezen.
Als we het hebben over DGF’s dan gaat het niet over prefs en babybonds. Daarbij is het dividend immers vast. DG-Fondsen zijn “gewone aandelen” van bedrijven met een sterk groeipatroon van het dividend. Dit op basis van reguliere groei van hun omzet en winst.
DG-Fondsen zijn soms bedrijven die al decennialang hun dividend periodiek verhogen. Daar tegenover staan jongere DGF-bedrijven met snellere groeikansen en daarmee ook een hogere/snellere gemiddelde dividendgroei.
Het selecteren van jonge DGF-bedrijven is natuurlijk lastiger dan van DG-Fondsen met een lange historie. Maar je kunt toch vaak ook jonge DG-Fondsen herkennen.
Laten we eens kijken naar twee op inkomen gerichte DG-Fondsen, te weten, Realty Income(O) en Essential Properties Realty Trust (EPRT). Het zijn beide (net lease) REIT’s die ongeveer in dezelfde markt opereren.
Realty Income(O) is een uitzonderlijke groeidividend-REIT, die ook wel de “Monthly Dividend Company” wordt genoemd.
Men heeft, sinds 1995, meer dan 600 keer achtereen maandelijks dividend betaald. In die periode is het dividend ook nog eens ruim 100 keer verhoogd; maar liefst 26 jaar achtereen.
EPRT daarentegen is een veel jonger bedrijf. De onroerendgoedportefeuille groeit percentueel aanzienlijk sneller, waardoor men het dividend aanzienlijk sneller kan verhogen dan “O”. In de afgelopen 5 jaar heeft EPRT het dividend vijf keer verhoogd, jaarlijks gemiddeld met 5,7%, terwijl dat bij O “slechts” 3,55%/jaar is. En dat werkt fors door in toekomstige resultaten.
Beide bedrijven zijn voorbeelden van DGF’s. Je stapt in tegen een dividendrendement van 4-5%. Kies je vervolgens voor “O” met een langere historie maar lagere dividendgroei? Of kies je voor EPRT met een fors hogere dividendgroei, maar minder historie? Ieder zal zijn eigen keuze moeten maken.
DG-Fondsen moeten eigenlijk altijd een deel uitmaken van een gespreide dividend-portefeuille.